Sinds 1 januari is er nieuwe wetgeving van kracht. Je ontvangt niet automatisch een uitkering voor elke dag van werkloosheid.
Wanneer je in een kwartaal goed verdiend hebt, kan je in het daaropvolgende kwartaal geconfronteerd worden met niet-vergoedbare stempeldagen.
De berekening wordt gemaakt als volgt: je totale bruto verdiensten in een kwartaal (3 maanden) worden gedeeld door €191,75 (fictief dagloon). De uitkomst van die deling geeft het aantal niet-vergoedbare dagen weer. Voor dat aantal dagen ontvang je dus geen uitkering, ook al werkte je in realiteit minder dagen.
Omdat RVA rekent in een werkweek van 6 dagen terwijl de reële werkweek maar 5 werkdagen heeft is het nog niet helemaal duidelijk hoe RVA die omrekening van 5 naar 6 dagen juist maakt wanneer je maar enkele dagen per week werkte. In principe zet RVA elke gewerkte dag in de 5 dagen week om naar 1,2 dagen in de 6-dagenweek.
Voorbeeld:
- Je verdiende in een kwartaal €15.000 bruto op 50 werkdagen.
- 15.000/191,75=78
- 78 dagen zijn niet-vergoedbaar.
- Je hebt 50 dagen gewerkt. (defacto niet-stempeldagen) 50 dagen worden echter 60 dagen voor RVA
- Er blijven dus 18 stempeldagen die niet-vergoedbaar zullen zijn in het volgende kwartaal.
Je kunt natuurlijk ook zelf proactief berekenen hoeveel niet-vergoedbare dagen je in een kwartaal ‘verdient’. Op die manier anticipeer je op wat komen gaat en voorkom je onaangename verrassingen in het volgende kwartaal.
BELANGRIJK: Als je werkt onder het paritair comité 303.01 (film)*, word je niet geconfronteerd met niet-vergoedbare stempeldagen. Je moet dit wel melden aan RVA
*De lijst met producenten die daaronder vallen staat op onze website onder “Kennisbank”
Nog vragen?
Je mag altijd bellen met Johan Van Assche voor meer uitleg. (0486 238 412)